Auteur: Krist Plaizier Datum: 08-07-2021

Chinese overheidsbemoeienis krijgt grip op de financiële markten

Na een nieuw recordslot van de AEX gisteren op 737,64 punten en nieuwe intraday records op de Amerikaanse beurzen, gingen de markten in Azië vanochtend de andere kant op. De Japanse Nikkei index sloot 0,9 procent lager. De daling van de beurzen op het Chinese vasteland was gering, maar negatieve uitschieter was de Hang Seng Index van Hongkong met een daling van bijna 3 procent. De zwaarwegende Chinese techgiganten die hier genoteerd staan, gingen fors onderuit. Zo daalde Tencent met ruim 4 procent. De dalingen zijn het gevolg van Chinees overheidsingrijpen. Na wat eerdere schoten voor de boeg, lijkt deze nu toch echt serieus aan het werk te gaan met het inperken of aanpakken van de macht die grote Chinese techgiganten als Baidu, Alibaba, Tencent en JD.com vergaard hebben. Vanwege hun business weten dit soort bedrijven inmiddels meer van hun klanten dan dat de Chinese overheid van ze weet. Dit is een doorn in het oog van de Chinese Communistische Partij. Vandaar dat de Chinese overheid steeds meer beursgangen tegenhoudt of bemoeilijkt. Hetzelfde geldt voor voorgenomen fusies en overnames. Ook wordt de regelgeving aangetrokken en verdwijnen er soms topmannen van de betreffende ondernemingen. Het meest recente voorbeeld van Chinese overheidsinterventie was afgelopen weekend toen de Chinese internettoezichthouder CAC het beursdebuut van de Chinese taxidienst Didi frustreerde door een verwijdering van de app uit Chinese appstores te eisen. Daarmee lijkt de Amerikaanse beursgang van vorige week woensdag alsnog een sof te worden. Vorige week was het nog een klinkend succes met een kortstondige waardering van 87 miljard dollar. Maar daar is nu, na de Chinese interventie, alweer een derde van verdampt.

Vooral Chinese techgiganten met een notering in het buitenland (naast Hongkong) staan op de radar van Xi Jinping en de zijnen. “Binnenlandse ondernemingen met ook een buitenlandse notering zullen te maken krijgen met nieuwe regels, terwijl ook beperkingen op grensoverschrijdende datastromen worden aangescherpt”, waarschuwde de machtige Chinese Staatsraad dinsdag. De belangen zijn groot. Ongeveer 250 Chinese ondernemingen hebben ook een notering op Wall Street. Deze zogenoemde ADR’s, American Depositary Receipts, vertegenwoordigen een beurswaarde van meer dan 2.000 miljard dollar.

Bovenop de politieke bemoeienis zijn China en de Verenigde Staten ook in een technologie-oorlog verwikkeld. Dit is een strijd waar op korte termijn nog geen einde aan lijkt te komen. Deze oorlog is weliswaar begonnen door de voormalige Amerikaanse president Trump, maar in tegenstelling tot wat velen dachten, houdt het niet op met hem. De huidige president Biden heeft deze strijd juist geïntensiveerd. Het is een strijd met steeds verder strekkende gevolgen voor de rest van de wereld en voor technologiebedrijven in het bijzonder. De Amerikanen, maar ook andere landen, accepteren niet langer dat data van hun inwoners naar China verdwijnt. En ook de (vermeende) diefstal van innovatieve technologie door Chinese bedrijven, wordt niet langer getolereerd. De issues met China zorgen ervoor dat de Chinese techgiganten niet gewaardeerd worden naar de toch goede gang van zaken bij die ondernemingen. Er wordt inmiddels gesproken van een China discount. Ondanks het herstel uit de pandemie doen de Chinese beurzen het niet goed dit jaar.  

Ook het in Amsterdam genoteerde Prosus lijkt laag gewaardeerd. De investeringsmaatschappij kent een grote discount, hun aandeel in Tencent is veel meer waard dan de beurswaarde van Prosus zelf. Vaak wordt dit door analisten als koopmotief aangehaald, tot voor kort ook door Fintessa. Maar zo langzamerhand hebben wij hier onze twijfels over. De korting is misschien wel terecht, maar wellicht is Prosus helemaal niet zo goedkoop als vaak wordt verondersteld. Als gevolg van bovengenoemde problematiek lijkt ons, als niet-Chinezen, beleggen in Chinese aandelen momenteel steeds minder interessant. Wij verwachten dat de China discount wel eens serieuze vormen kan gaan aannemen. Het aandeel Prosus krijgt hier ook steeds meer mee te maken. Indirect via hun belegging in Tencent, maar ook in tientallen andere Chinese technologiebedrijven. Bovendien vermijden wij liever zoveel mogelijk politieke risico’s in de beleggingen. Daarom hebben we besloten de positie in Prosus gisteren te verkopen.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.