Informatie over de risico's van beleggen

De voornaamste risico’s van beleggen zijn:

  • Bedrijfsrisico
  • Valutarisico
  • Inflatierisico
  • Renterisico
  • Debiteurenrisico
  • Koersrisico
  • Marktrisico
  • Liquiditeitsrisico
  • Waarderingsrisico

We zullen deze risico’s hierna kort toelichten.

Bedrijfsrisico

Wanneer een onderneming failliet gaat worden de financiële instrumenten (en sommige afgeleide instrumenten) die door deze onderneming zijn uitgegeven nagenoeg waardeloos. De koers gaat dan terug richting nul.

Valutarisico

Het valutarisico is het risico dat een belegger loopt op beleggingen in andere valuta dan de euro, bijvoorbeeld een belegging in Amerikaanse dollars. Wanneer de Amerikaanse dollar daalt ten opzichte van de euro, dan wordt deze belegging minder waard. Het valutarisico kan direct of indirect zijn. Direct, wanneer een belegger rechtstreeks belegt in buitenlandse valuta. Indirect wanneer een belegger belegt in aandelen van bedrijven die te maken hebben met buitenlandse valuta. Zo zijn veel beleggingen direct of indirect blootgesteld aan buitenlandse valuta.

Inflatierisico

Inflatie betekent dat de waarde van het geld achteruit gaat. Hoe hoger de inflatie hoe sneller de geldontwaarding.

Renterisico

Het renterisico op obligaties werkt anders uit dan bij aandelen. Zo zal een obligatie in de regel in waarde dalen wanneer de rente stijgt. Dit risico wordt bepaald door twee factoren, namelijk de beweeglijkheid van de rente en de mate waarin de obligaties gevoelig zijn voor renteveranderingen. De beweeglijkheid van de rente wordt gemeten met de standaarddeviatie. De rentegevoeligheid van de obligaties wordt gemeten met de duration. Voorbeeld: stel een obligatie heeft een duration van 4. Wanneer de rente met 1% stijgt, dan daalt de waarde van deze obligatie met 4%. Een stijgende rente is over het algemeen niet goed voor beleggers in aandelen. Een stijgende rente gaat vaak gepaard met een toenemende inflatieverwachting.

Inflatie heeft doorgaans een drukkend effect op de winstmarges van bedrijven. Daarnaast betekenen hogere rentekosten dat de financieringslasten voor ondernemingen toenemen. Ook dit drukt de winsten van bedrijven.

Debiteurenrisico

Dit is het risico dat een belegger niet kan worden terugbetaald. Uit hoofde van een belegging, bijvoorbeeld bij een obligatie, kun je een vordering hebben op het bedrijf dat de obligatie uitgeeft. Dat bedrijf kan zijn schulden gaan saneren, waardoor de couponuitkering wordt uitgesteld of stopgezet, maar het bedrijf kan ook failliet gaan. Het debiteurenrisico wordt ook wel kredietrisico genoemd.

Koersrisico

Dit is het risico dat beleggingen minder waard worden. De koers wordt beïnvloed door bijvoorbeeld binnen- en buitenlandse economische ontwikkelingen en politieke factoren. De hoogte van de koers van een aandeel is ook afhankelijk van de financiële prestaties en vooruitzichten van het bedrijf. Een verslechtering van de groeivooruitzichten kan een negatief effect hebben op de waarde van de onderneming waardoor de koers van het aandeel kan dalen.

Marktrisico

Dit is het risico dat de gehele beleggingsmarkt slechter gaat presteren. Als beleggers optimistisch zijn, dan zullen de koersen in de regel kunnen stijgen, maar als beleggers pessimistisch zijn, dan kunnen de koersen in de regel dalen.

Liquiditeitsrisico

Door een verandering in vraag en aanbod van beleggingen kan een liquiditeitsrisico ontstaan, waardoor de koersen kunnen dalen. Het risico ontstaat dan dat een positie niet tegen een redelijke prijs kan worden verkocht.

Waarderingsrisico

De waarde van aandelen en obligaties wordt mede bepaald door emoties op de markt en loopt niet altijd gelijk met de economische ontwikkelingen. Een voorbeeld was de internetbubbel. De waarderingen van (internet)aandelen waren toen bijzonder hoog zonder dat dit werd ondersteund door een spectaculaire economische ontwikkeling. Bubbels kunnen knappen, waardoor koersen fors onder druk komen te staan.