Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 21-03-2023
Bestsellerauteur Michael Lewis verhaalt in zijn legendarische boek Liar’s Poker over zijn jaren in de dealingroom van Salomon Brothers. Het speelt zich af in de jaren ’80 van de vorige eeuw, een periode waarin ook acteur Michael Douglas in de film Wall Street als Gordon Gekko wereldfaam verwierf. Lewis beschrijft hoe hij en zijn collega handelaren op Wall Street tegen “gewone” bankiers aankeken. Deze laatsten werden gezien als zogenaamde 3-6-3-mensen. Bankiers trokken geld aan tegen 3 procent, verstrekten kredieten tegen 6 procent en stonden klokslag 15.00 uur op de golfbaan. Meer hield hun baan eigenlijk niet in.
Inmiddels is de financiële geschiedenis een hele reeks ongelukken rijker. Northern Rock, Bear Stearns, Lehman Brothers en Fortis waren stuk voor stuk schrijnende gevallen. De Nederlandse staat zit nog altijd met twee genationaliseerde banken in zijn maag. Allen het gevolg van de crash op de Amerikaanse huizenmarkt in het eerste decennium van deze eeuw. Beleggers begonnen net weer een beetje vertrouwen te krijgen in het bankwezen. De ongekende serie renteverhogingen door de Federal Reserve deed de sector echter wederom trillen op zijn grondvesten.
Opnieuw viel een relatief onbekende bank als eerste. Deze keer was het de Silicon Valley Bank in Californië. Deskundigen lieten niet na te benadrukken dat dit een op zichzelf staand geval was. De bank was ten onder gegaan aan slecht risicomanagement. Dat is juist. Maar dat kwam pas aan het licht nadat de rente al een jaar aan het oplopen was. Idem voor Credit Suisse. Een enorme waslijst aan affaires hadden het vertrouwen in deze Zwitserse financiële grootmacht volledig doen verdampen. De fors hogere rente was het laatste zetje richting afgrond.
Dezer dagen wordt door een ieder die er ook maar enig verstand van heeft beweerd dat het bancaire stelsel anno 2023 een stuk solider is dan tijdens de kredietcrisis. Dat is waar. De regelgeving is aangescherpt en de balansen ogen een stuk robuuster. Maar toch. Banken zijn volledig afhankelijk van het vertrouwen dat het grote publiek in hen heeft. En vertrouwen is iets ongrijpbaars. De rally op de beurzen na de overname van Credit Suisse lijkt er echter op te wijzen dat de meeste kou uit de lucht is.
Banken zijn een noodzakelijk onderdeel van onze economie. Spaargeld dient immers ergens gestald te worden. Economisch en politiek zou het een ramp zijn wanneer depositogelden op grote schaal in rook opgaan. Daarnaast hebben overheden, bedrijven en particulieren kredieten nodig om te kunnen investeren. De economie kan niet zonder banken. Kortom, in geval van nood zal er altijd belastinggeld aangewend worden om banken in nood overeind te houden.
Dat maakt banken echter nog geen goede belegging. Een blik op een koersgrafiek van de afgelopen 20 jaar leert ons dat een belegging in de brede markt – de S & P 500 – het over deze periode maar liefst vier keer zo goed heeft gedaan als de KBW Nasdaq Bank index. Beleggers in bankaandelen zijn in deze periode niet alleen fors achtergebleven bij de brede marktindex, ze liepen ook nog eens meer risico. Banken opereren immers met een zware hefboom. Voor iedere euro aan spaargeld wordt er gemiddeld al gauw een 20 euro aan kredieten verstrekt. Een verlies van 5 procent op de kredietportefeuille is dan al snel voldoende om de verplichtingen niet meer te kunnen nakomen.
Zelfs de meest solvabele bank kan het slachtoffer worden van razendsnel afnemend vertrouwen, resulterend in een bankrun. Dat hoeft niet eens het gevolg van slecht management van de betreffende bank te zijn. Een minder goed geleide concurrent kan een systeemrisico in gang zetten. In andere bedrijfstakken gaat de vlag uit wanneer de concurrentie fouten maakt. In de bankenwereld juist niet. Een bankrun is in onze snelle digitale wereld in een paar muisklikken geschied.
Daarnaast is het rendement op het geïnvesteerde vermogen bij banken niet indrukwekkend. Over de afgelopen vijf jaar bedroeg dat voor grote Amerikaanse banken 10,9 procent. Ter vergelijking, bij de consumentengoederen was dat bijvoorbeeld 17,9 procent. Om over de technologiesector maar te zwijgen.
Kortom, beleggers in bankaandelen realiseren een beperkt rendement voor een relatief hoog risico. Welke belegger is hierin geïnteresseerd? Vroeger werd er wel eens de vraag gesteld hoe je als belegger zo snel mogelijk miljonair kon worden. Het antwoord luidde door als miljardair te beleggen in luchtvaartaandelen. Dan heb je snel je doel bereikt. Nu is het wat overdreven om banken te vergelijken met luchtvaartaandelen. Maar één ding staat wel vast. Er zijn betere alternatieven voor beleggers.