Auteur: Martine Hafkamp Datum: 19-07-2021

Wolkjes voor de zon?

Terwijl het Verenigd Koninkrijk ‘bevrijdingsdag’ vierde, lijkt het in veel andere landen (nog) lang niet zo ver. Sterker nog, het aantal coronabesmettingen neemt, ook aan de andere kant van het kanaal, weer toe en dat heeft z’n weerslag op het beurssentiment. Beleggers vrezen dat daardoor de heropening van de economie iets minder voortvarend zal verlopen en zetten de aandelenkoersen van veel bedrijven lager.

De oplaaiende coronavrees heeft ook z’n weerslag op de olieprijs al moeten we daar tevens in de beschouwing betrekken dat de 23 landen van de OPEC+ gisteren alsnog een akkoord hebben bereikt. Vanaf komende maand zal de productie met 400.000 vaten per dag worden verhoogd nu de vraag wereldwijd aan het aantrekken is. Daarmee lijken de gelederen, in ieder geval voorlopig, weer gesloten. Ministers van Saoedi-Arabië aan de ene kant en die van de Verenigde Arabische Emiraten aan de andere kant deden heel erg hun best om de buitenwereld te overtuigen van de vriendschappelijke banden die beide landen hebben en houden en van hun commitment aan de OPEC. Begin juli liepen de onderhandelingen over het verhogen van het productieplafond nog spaak en leken de meningsverschillen schier onoverkomelijk. Ook nu zijn de afspraken niet in beton gegoten want er zal iedere maand opnieuw worden bekeken of de productie en de vraag op elkaar aansluiten. Als daar een te grote discrepantie tussen komt te zitten kan er worden bijgestuurd.

Chinese walls

Chinese bedrijven met een Amerikaanse beursnotering blijven voorlopig zitten in de hoek waar de Chinese toezichthouder de klappen laat vallen. Ruim een week geleden maakte de Cyberspace Administration of China, opgericht door de Chinese president Xi Jinping, bekend dat Chinese bedrijven die een beursnotering in de Verenigde Staten willen aanvragen, dat pas kunnen doen nadat ze door de toezichthoudende instantie gescreend zijn. Zo moet worden voorkomen dat die Chinese bedrijven met een beursnotering elders gevoelige informatie leveren aan buitenlandse toezichthouders. De Chinese walls worden daarmee waarschijnlijk nog hoger dan ze al waren. Het is een van de redenen waarom wij voor onze cliënten afscheid hebben genomen van Prosus.

De Chinese overheid leek er een tijd weinig problemen mee te hebben dat een groeiend aantal Chinese bedrijven hun beursheil buiten de landsgrenzen zocht, maar die tijd is voorbij. Tevens lijkt deze meest recente stap een reactie op een wet die nog door Donald Trump werd ondertekend. Volgens die wet moeten namelijk buitenlandse bedrijven met een beursnotering in de Verenigde Staten kunnen aantonen dat ze niet worden beïnvloed door buitenlandse overheden. Vooral Chinese bedrijven zijn in dit opzicht een doorn in het oog van de SEC, de Amerikaanse beurswaakhond.

We gaan los

Vorige week is er, vooral in de Verenigde Staten, een begin gemaakt met het nieuwe cijferseizoen. De Amerikaanse banken verrasten weliswaar positief, maar dat vertaalde zich niet in hogere koersen. Van de bedrijven uit de S&P 500 die tot op heden de boeken hebben geopend, daalden de koersen in reactie op de cijfers met gemiddeld 0,58 procent. En dat terwijl 85 procent van die ondernemingen een hoger dan verwachte winst per aandeel publiceerde en 90 procent een hogere omzet. Deze week openen 79 van de bedrijven uit de S&P 500 de boeken. In Nederland is het op woensdag de beurt aan onder andere ASML. Donderdag volgt het rentebesluit van de ECB.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.