Auteur: Martine Hafkamp Datum: 26-05-2021

En een stapje naar voren

We hebben de afgelopen weken een paar keer gezien dat de beurs een klein tikje terugging. Eigenlijk zien we ieder jaar wel een correctie van een procent of tien. Die hebben we tot op heden niet gezien. De stemming lijkt een beetje mat te worden, hoewel beleggers natuurlijk in het merendeel van de gevallen tevreden zullen zijn met het rendement zoals dat tot nu toe is gerealiseerd. Dat wil niet zeggen dat het persé rustig is op de beurs. Het kan namelijk heel onrustig zijn terwijl er toch weinig richting is. De inflatie- en rentevrees zullen naar verwachting de komende maanden tot meer volatiliteit kunnen leiden. Maar, de beweeglijkheid die we nu zien, valt in het niet bij die van vorig jaar. Bovendien moeten beleggers blij zijn dat de markten bewegen, want anders zouden ze ook nooit kunnen stijgen en daarvoor beleggen we, nietwaar? Wie daar niet tegen kan, moet niet aan beleggen beginnen.

Het is overigens een misvatting dat je met beleggen snel geld moet verdienen. Een goede belegger maakt een plan en houdt zich daaraan. Als je genoeg buffers achter de hand hebt voor de korte termijn, hoef je niet zenuwachtig te worden van de waardeschommelingen van je effectenportefeuille. Je moet niet proberen de markt te timen of achter de kudde aan te hollen. Dat kost uiteindelijk meer rendement dan dat je er af en toe mee lijkt te besparen. Het is nog steeds zo dat niet belegd zitten vaak meer kost dan een tussentijdse beursdaling. Bovendien heelt de tijd alle beursdalingen, al heb je wel een buffer nodig om die tijd te overbruggen.

Je moet accepteren dat de waarde van je beleggingen bij tijd en wijle daalt. Maar, als je als belegger goed gespreid zit in zowel solide waarde- als groeiaandelen hoef je niet zo bang te zijn. Dan ben je, als het goed is, namelijk ook belegd in aandelen van ondernemingen die van een stijgende inflatie (en eventueel stijgende rente) kunnen profiteren. Die vormen dan een tegenwicht tegen technologieaandelen die eventueel onder druk kunnen komen te staan. Het is volgens ons ten onrechte dat er steeds gezegd wordt dat vooral technologie last zal hebben van een oplopende inflatie. Techstocks (FANG) hebben namelijk door de bank genomen weinig tot geen schulden en maken veel meer winst dan heel veel aandelen uit de ‘oude’ economie. Gecombineerd met het feit dat ze een sterke marktpositie hebben, maakt het ze juist minder kwetsbaar voor een rentestijging.

Huisje, boompje, beestje

Hoewel een aantal indicatoren voor de economische groei vooral in de Verenigde Staten wat aan het afvlakken is zagen we gisteren dat de Amerikaanse huizenprijzen, net als in Nederland, doorstijgen. De Case-Shiller index liet zien dat de huizenprijzen in de tien grootste Amerikaanse regio’s in maart op jaarbasis met maar liefst 12,8 procent zijn gestegen. Op maandbasis bedroeg de prijsstijging 1,2 procent. Dit proces is al tijden aan de gang en beperkt zich niet alleen tot de Verenigde Staten. In Nederland werd vorige week bekend dat er afgelopen maand sprake was van een recordprijsstijging. Hier steeg de huizenprijs ten opzichte van een jaar geleden met 11,5 procent. Dat wordt zo onderhand wel een punt van zorg, meer nog dan de eventuele overwaardering van de aandelenmarkten waar een aantal analisten al een tijdje bang voor is. Het dieptepunt op de huizenmarkt waarvan sprake was in de nasleep van de kredietcrisis en eigenlijk daarvan de oorzaak was, lijkt daarmee ver verleden tijd.

Marktdominantie aan banden?

Techreuzen Alphabet en Amazon hebben het weer eens aan de stok met de mededingingsautoriteiten. Duitsland gaat onderzoeken of Google zijn dominante marktpositie misbruikt, het concurrenten (te) moeilijk maakt en of gebruikers wel genoeg keuzemogelijkheden hebben. Het is natuurlijk iets dat al jaren speelt. Maar, sinds begin dit jaar is er in Duitsland een nieuwe wet in werking getreden waarmee de Duitse mededingingsautoriteiten meer mogelijkheden hebben om de grote techbedrijven aan te pakken. De tijd zal leren wat voor impact dat krijgt. Beleggers in Alphabet lagen er in ieder geval nog niet wakker van.

Amazon wordt wat betreft marktdominantie ondertussen op de korrel genomen door het Amerikaanse openbaar ministerie van Washington DC. Die laatste beschuldigt Amazon ervan dat de onderneming haar dominante marktpositie misbruikt en externe verkopers vaste tarieven oplegt om zo te voorkomen dat deze verkopers hun producten op andere platforms tegen lagere prijzen kunnen aanbieden. Amazon op haar beurt, zegt dat er van zulke praktijken helemaal geen sprake is. Californië, New York en de staat Washington hebben al eerder onderzoek gedaan naar de vermeende prijsafspraken van Amazon, maar daar zijn (nog) geen maatregelen uit voortgekomen. Ook hier waren beleggers niet onder de indruk.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.