Auteur: Joop van de Groep Datum: 21-05-2021

Europese coronasteun naar chipsector gewenst

Na drie dagen van dalende koersen op Wall Street wisten de indices gisteren de weg omhoog weer te vinden. Het aantal steunaanvragen voor werkloosheidsuitkeringen is iets harder gedaald dan waarop economen hadden gerekend. In april zijn de leidende economische indicatoren voor de Amerikaanse economie verder gestegen. Op de economische agenda voor vandaag staan de samengestelde inkoopmanagersindices van Europa en de Verenigde Staten. De samengestelde inkoopmanagersindex in Japan is gedaald van 51 naar 48,1 in de maand mei. Met name de dienstensector liet een flinke krimp zien als gevolg van de oplopende coronabesmettingen. 
Ondanks de krimp van de economische activiteiten sloot de Nikkei-index, in navolging van hogere slotstanden op Wall Street, 0,7 procent hoger.

Europese halfgeleiderindustrie

Ooit was Europa een toonaangevende regio in de halfgeleiderindustrie. Maar vanwege de enorme groei van de chipsector in onder andere Azië (specifiek Zuid-Korea en Taiwan) is het marktaandeel in Europa gedaald naar 10 procent.
De huidige technologische trends op het gebied van robotisering, kunstmatige intelligentie, dataverkeer, dataopslag, internet of things, zelfrijdende auto’s en slimme apparaten, zorgen ervoor dat de halgeleidersector de komende tien jaar zal verdubbelen. Eurocommissaris Thierry Breton heeft ambitieuze plannen om het marktaandeel van Europa de komende jaren te verhogen naar 20 procent. Volgens Peter Wennink, topman van ASML, is er met deze plannen veel geld gemoeid. De beschikbare middelen zullen overigens verstandig ingezet moeten worden. Europa heeft op sommige onderdelen in de hele productieketen van halfgeleiders een technologische achterstand opgebouwd van 10 à 20 jaar. Voor de toekomst van Europa is het belangrijk dat er een gedurfde strategie ontwikkeld wordt waarin een belangrijke rol voor ASML is weggelegd. 

Bedrijfsnieuws

Cisco Systems Inc. kwam gisteren met de kwartaalcijfers. De maker van ICT-netwerken, videoconferentiediensten en beveilingssoftware heeft een sterker dan verwachte omzetstijging laten zien. De orders zijn op jaarbasis met 10 procent gestegen. Dit betekent dat er sprake is van de sterkste vraag in bijna 10 jaar tijd.
Ook Cisco heeft last van het tekort aan chips en houdt voor de toekomstige winstgevendheid rekening met prijsstijgingen van chips. Voor het lopende kwartaal wordt er een winst per aandeel verwacht van 81 à 83 cent. De verwachtingen van analisten lagen met 85 cent per aandeel iets hoger.
Gisteravond nabeurs kwam Applied Materials, qua bedrijfsactiviteiten vergelijkbaar met ASMI, met de kwartaalcijfers. Vanwege de sterke vraag naar chips wist de toeleverancier aan de halfgeleidersector de verwachtingen ruimschoots te overtreffen. Voor de vierde keer op rij werd de analistengilde positief verrast ten aanzien de aangepaste winst per aandeel. In het afgelopen kwartaal was de winst per aandeel 1,63 dollar en voor het lopende kwartaal wordt de winstverwachting verhoogd naar 1,70 à 1,82 dollar per aandeel. 
In Amsterdam profiteerden ASMI en BESI van de goede bedrijfscijfers en de verhoging van de outlook van Applied Materials.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.