Auteur: Jan-willem Nijkamp      Datum: 30-06-2022

Iets minder inflatie?

PCE

Zojuist werd in de Verenigde Staten de Personal Consumption Expenditures (PCE) bekend gemaakt. Een inflatiecijfer waar vooral de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, naar kijkt. Zowel ten opzichte van vorige maand als ten opzichte van een jaar geleden blijkt het cijfer iets mee te vallen. Op maandbasis werd een stijging van 0,4 procent verwacht, het viel met 0,3 procent iets lager uit. Op jaarbasis werd 4,8 procent verwacht, het bleek 4,7 procent. Een kleine meevaller. De inflatie blijkt iets minder hard gestegen dan verwacht.

Peak inflation

Wellicht geeft dit meevallende inflatiecijfer enige voeding aan de bij sommigen heersende gedachte dat de inflatie op een piek is beland en van hieruit eigenlijk alleen nog maar mee kan vallen. Niet dat de inflatie plots weer fors nar beneden zal komen. Maar wanneer de richting weer enigszins de goede kant op is, geeft dat mogelijk enig vertrouwen aan beleggers.

Inflatieverwachting

Volgens de Federal Reserve van St. Louis zijn de vijf jaars inflatieverwachtingen vijf jaar vooruit inmiddels gezakt naar 2,13 procent. Twee maanden geleden stond deze nog een half procent hoger. In het kielzog van deze afnemende verwachting is de rente op de 10-jaars staatslening in de Verenigde Staten gezakt van 3,50 naar rond de 3 procent. Ook de 10-jaars rente in Nederland is in korte tijd van 2,26 naar 1,71 procent afgenomen.

Sintra

Hoewel de centrale bankiers eerder deze week in het Portugese Sintra nog maar eens hun zorgen uitten over de dreigende inflatie blijken de markten er vooralsnog van uit te gaan dat het ergste gevaar – in ieder geval voor even – achter ons ligt. Het komt ook niet helemaal uit de lucht vallen. Zo is de prijs voor een vat Brent olie inmiddels zo’n 15 procent lager. De prijs voor vloeibaar aardgas (LNG) heeft zelfs een duikeling gemaakt van 35 procent. Het waren immers vooral de energieprijzen die ten grondslag lagen aan de fors opgelopen inflatie.

Dr. Copper

Ook de prijzen van de beste graadmeter van de economie – koper – is de laatste tijd met 22 procent gedaald vanaf de top. Het door de oorlog in Oekraïne flink duurdere graan staat inmiddels ook 32 procent lager. Nu waren de grondstoffen niet de enige veroorzaker van de gestegen prijzen wereldwijd, maar droegen er wel stevig aan bij. Ook de disrupties in de supply chain lijken hier en daar enigszins af te nemen. Dit blijkt ook uit de Global Supply Chain Pressure Index van de New York Fed. 

Stijgende lonen

Grootste gevaar voor een structureel hoge inflatie blijven echter de stijgende lonen. Werknemers eisen compensatie voor de alom stijgende prijzen en krijgen dat in veel gevallen ook. Een en ander heeft echter ook te maken met de verschuiving in het consumptiepatroon van consumenten. De enorme vraag naar goederen – nog stammende uit de pandemie – maakt langzamerhand plaats voor een toenemende vraag naar diensten. In de dienstverlening is er nu dan ook sprake van vele tekorten aan personeel en fors oplopende prijzen.

Groeivertraging of recessie?

Juist in de goederensfeer lijkt de prijstoename over zijn hoogtepunt heen. Bedrijven hebben, grotendeels gedwongen, hun voorraden moeten aanvullen. Nu de vraag inzakt komt er een moment dat ze hun producten tegen dumpprijzen proberen kwijt te raken. Het zou aan een enigszins afnemende inflatie kunnen bijdragen. Natuurlijk, de afnemende vraag naar diverse goederen kan ook sterk te maken hebben met een dreigende recessie. Feit blijft echter dat in de Verenigde Staten zowel de huizenmarkt als de arbeidsmarkt (nog) recht overeind staan. Zolang dat het geval is dreigt eerder een groeivertraging dan een zware crisis.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten