Auteur: Martine Hafkamp Datum: 31-05-2021

Op eigen kracht

De Amerikaanse beurzen zijn vandaag gesloten in verband met Memorial Day. Daarnaast is Londen dicht in verband met Spring Bank Holiday. Daarom moeten we het in Europa op eigen kracht doen en dat betekent in het merendeel van de gevallen dat de koersen dicht bij huis blijven. De tijd van flinke beursstijgingen lijkt sowieso even voorbij. De financiële markten kabbelen al een aantal weken rustig voort en bewegen vooral zijwaarts. De tijd van positieve verrassingen lijkt, op het moment in ieder geval, achter ons te liggen. Vanaf halverwege juli zal dat wellicht veranderen als de bedrijfscijfers worden gepubliceerd, al kunnen we nu al stellen dat die uitstekend zullen zijn, zeker als ze worden afgezet tegen die van vorig jaar. Het vroeg-cyclische herstel ligt achter ons en beleggers zijn op zoek naar nieuwe signalen die een verder aantrekken van de economische groei kunnen bevestigen. Wellicht komen die uit de afgelopen vrijdag door de Amerikaanse Joe Biden aangekondigde nieuwe begroting voor het fiscale jaar 2022 ter grootte van 6.000 miljard dollar. Het is de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog. Eerder had hij natuurlijk al z’n plannen aangekondigd voor investeringen in infrastructuur van 2.000 miljard dollar en daar bovenop nog investeringen in gezondheidszorg, onderwijs en kinderopvang ter grootte van 1.800 miljard dollar.

Ondanks het feit dat de inflatie wat hoger is dan we de afgelopen jaren gewend zijn, blijft de reële rente, dus de nominale rente minus de inflatie, negatief. Dat gegeven blijft, in ieder geval voorlopig, de motor voor verdere koersstijgingen van niet alleen aandelen, maar ook van grondstoffen en edelmetalen. Voor technologieaandelen zal een structureel iets hogere inflatie geen probleem vormen, zij bulken immers van de liquiditeiten. Aangezien zij de groeiverwachtingen telkens waarmaken zijn zij ook nog eens helemaal niet zo duur als vaak wordt beweerd. Bovendien hebben de meeste techbedrijven genoeg pricing power om eventuele prijsstijgingen door te kunnen voeren naar hun eindcliënten. Nee, het zijn juist aandelen van bedrijven uit de oude economie, die iets minder sterk zijn in het kunnen doorberekenen van hogere inkoopkosten, die het lastig kunnen krijgen.

De bekende econoom Robert Shiller, bekend van de Shiller index, zei vorige week in een interview dat het wel het Wilde Westen lijkt als hij kijkt naar niet alleen de aandelenmarkt, maar ook de huizenprijzen of de ontwikkelingen in cryptovaluta. Aandelen zijn volgens hem veel te duur. Hij vergelijkt de huidige tijd met die van de jaren twintig, toen de zeepbel op wrede wijze uiteenspatte. Natuurlijk, in absolute zin zijn de waarderingen van aandelen hoger dan vijf, tien of zelfs twintig jaar geleden, maar of de huidige situatie net zo extreem is als toen valt echter te bezien. Veel ondernemingen hebben nu namelijk een veel grotere winstpotentie en realiseren een hoge vrije kasstroom die niet alleen voor investeren wordt gebruikt, maar ook voor het uitkeren van dividend of de inkoop van eigen aandelen. Als we iets verder kijken dan alleen de aandelenmarkten kunnen we eerder stellen dat het hebben van obligaties of het aanhouden van spaargeld duur is.

Shell moet sneller verduurzamen. Dat bepaalde de rechter vorige week. Het akkoord van Parijs dat tussen landen gaat, is door de rechter nu toegepast op een bedrijf. En, zo’n bedrijf is mede afhankelijk van de vergunningen die door landen worden verleend. Gezien het feit dat Shell een internationaal opererend concern is, kan Nederland de uitspraak van de rechter natuurlijk niet op eigen houtje uitvoeren. Blijkbaar heeft het klimaatbeleid tot op heden niet zo goed gefunctioneerd gezien het feit dat men meent te moeten ingrijpen. Natuurlijk is een verdere verduurzaming noodzakelijk, maar dat moet meer zijn dan wat er voor de bühne wordt besloten. De uitsprak van de rechter kan trouwens ook kansen bieden voor Shell. Kijk bijvoorbeeld naar Ørsted. Een aantal jaar geleden draaide het energiebedrijf nog louter op fossiele brandstoffen, maar inmiddels is het helemaal overgestapt op duurzame alternatieven. De kasstromen die Ørsted realiseert worden veel hoger gewaardeerd dan die van Shell. Als Shell niet meer mag investeren in fossiel, vallen die kosten weg. Die gelden kunnen dan gestoken worden in hernieuwbare energie en daarmee kan de waardering voor de kasstroom van Shell omhoog. Zo bezien moet Shell op eigen kracht kunnen blijven bestaan.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.