Auteur: Jan Bouius Datum: 27-10-2021

Wall Street draait op volle toeren

Nu het derde kwartaalcijferseizoen op volle toeren draait hebben beleggers even geen tijd meer om zich zorgen te maken over de algemene economische beslommeringen. Alle aandacht gaat uit naar het analyseren van de individuele bedrijfscijfers en de impact daarvan op de beleggingsportefeuilles. En blijkbaar zijn die gezamenlijk goed genoeg om de hoge beursstanden te rechtvaardigen. Voor wie de tel kwijt is, Wall Street zette gisteren alweer het 57e hoogterecord van 2021 op de borden.

Een fraaie statistiek, maar bij Fintessa keken we gisteravond meer uit naar de nabeurs gepubliceerde cijfers van Microsoft en Alphabet, waarop we vanochtend nog de resultaten van Schneider Electric als toetje gepresenteerd kregen.

Sterke groei bij Microsoft

Al voor de elfde keer op rij wist Microsoft met zeer sterke omzet- en winstcijfers de analistenverwachtingen te verslaan. De totale omzet steeg het afgelopen kwartaal ten opzichte van het jaar daarvoor met 22 procent tot 45,3 miljard dollar, 1,4 miljard dollar boven consensus. De daarop behaalde winst per aandeel (ex groot belastingvoordeel) steeg met 25 procent naar 2,27 dollar en was daarmee 20 cent hoger dan verwacht.

Alle divisies van Microsoft presteerden beter waarvan vooraf was uitgegaan. De omzet van ‘Intelligent Cloud’ steeg met 31 procent naar 17 miljard dollar (16,6 miljard dollar verwacht), waarbij de omzet van Microsoft’s vlaggenschip Azure met maar liefst 50 procent steeg. Bij de ‘Poductivity’ divisie, waar de Office-software onder valt, steeg de omzet dankzij de vele thuiswerkers met 22 procent tot 15 miljard dollar. Analisten hadden hier 14,7 miljard dollar verwacht. De ‘More Personal Computing’ divisie, waaronder Windows, Surface en de Xbox vallen, zag de omzet met 12 procent stijgen tot 13,3 miljard dollar, 600 miljoen dollar boven consensus.

Ondanks het feit dat ook Microsoft problemen ondervindt in de aanvoerketen wat betreft onderdelen voor bijvoorbeeld de Surface en Xbox, zijn de cijfers al met al zeer positief. Dat bleek wel uit de toelichting bij de cijferpresentatie. De omzetverwachting voor het huidige kwartaal ligt hoger dan waar de markt op had gerekend. Het aandeel stijgt dan ook nabeurs.

Alphabet; licht bewolkte cloud

Ook Alphabet schotelde zijn beleggers beter dan verwachte cijfers voor. Het behaalde een 41 procent hogere omzet van 65,1 miljard dollar, waar op 63,3 miljard dollar werd gerekend. De winst kwam voor het derde kwartaal op rij op een record uit, op 18,9 miljard dollar. Per aandeel bedraagt de winst 27,99 dollar, bijna 4,50 dollar hoger dan consensus en maar liefst 70,7 procent hoger dan het jaar daarvoor.

Toch waren beleggers niet helemaal tevreden. De advertentie-inkomsten van YouTube kwamen uit op 7,2 miljard dollar, waar op 7,5 miljard dollar was gerekend. En de 4,99 miljard dollar omzet van de Cloud divisie kwam ook licht onder de verwachting van 5,04 miljard dollar uit. Nabeurs daalde het aandeel hierop met 1 procent, maar na een koersstijging van 59 procent in 2021 mogen we daar niet over mopperen. De omzet van de grote winstmotor, het verkopen van advertenties, steeg met 43,2 procent naar 53,1 miljard dollar en heeft daarmee blijkbaar nog weinig te lijden onder de door Apple opgelegde app tracking beperkingen en dat was toch iets waarvoor beleggers bevreesd waren. Al met al ijzersterke resultaten.

Schneider Electric beter dan verwacht

Schneider Electric, wereldleider in energiebeheersingssystemen en door de Corporate Knights Global 100 Index uitgeroepen tot ‘s werelds meest duurzame bedrijf van 2021, presenteerde vanochtend de derde kwartaalresultaten. Ondanks dat het bedrijf ook last heeft van gestegen inputkosten en problemen in de aanvoerketen, waren de resultaten beter dan verwacht. Autonoom steeg de omzet met 8,8 procent tot 7,2 miljard euro. Met name de divisie voor energiemanagement deed het uitstekend met een autonome omzetgroei van 9,4 procent, waar op een plus van 7,2 procent werd gerekend. De onderneming bevestigt de outlook voor 2021. Die komt neer op een autonome omzetgroei van 11-13 procent en een EBITDA-marge van ongeveer 16,9-17,2 procent.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.