Auteur: Joop van de Groep Datum: 16-07-2021

Winstmarge onder druk?

De afgelopen twee dagen gaf Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve (Fed), tekst en uitleg over het huidige monetaire beleid voor de financiële commissies van het Amerikaanse Congres. Eventuele aanpassingen van het beleid kunnen het gevolg zijn van de uitkomsten van het Beige Book. Het rapport verschijnt acht keer per jaar en geeft de financiële en economische situatie in de Verenigde Staten weer.

Afgelopen woensdag publiceerde de Fed het Beige Book over de periode eind mei tot begin juli. De algemene conclusie was dat de Amerikaanse economie een gematigde tot robuuste groei laat zien. Op sectorniveau is er sprake van een bovengemiddelde groei van de maakindustrie, niet-financiële dienstverlening, transport en de reisbranche. Beleggers kijken momenteel met meer dan normale belangstelling naar de ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, lonen en prijzen.

Werkgelegenheid en lonen

In alle twaalf districten was er sprake van een gezonde vraag naar arbeidskrachten, waarbij de sterke vraag naar laaggeschoolden opviel. In drie van de twaalf districten was er sprake van een sterke stijging van de werkgelegenheid. Door de snel aantrekkende economische groei in sommige districten ontstaan problemen in de aanbodzijde van de economie. Verstoringen worden veroorzaakt door tekorten aan materiaal en arbeidskrachten. Als gevolg hiervan zijn de voorraden van veel consumptiegoederen gedaald en treedt er vertraging op bij de leveringen van deze goederen. De ontstane arbeidstekorten zorgden met name bij de laaggeschoolde banen voor een bovengemiddelde loonstijging.

Prijsstijgingen

Door de sterk gestegen consumentenbestedingen konden veel producenten prijsverhogingen doorvoeren. In zeven districten was er sprake van sterke prijsstijgingen. Producenten die niet in staat zijn om prijsverhogingen door te kunnen voeren, krijgen te kampen met winstmargedruk als gevolg van de gestegen productiekosten. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat de prijzen verder zullen stijgen in de komende maanden.

Arbeidsmarkt

Het aantal nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering in de Verenigde Staten ging vorige week met 26.000 omlaag tot 360.000. Dit is het laagste aantal nieuwe aanvragen sinds het uitbreken van de coronapandemie. Jerome Powell verklaarde gisteren tegenover de Senaat dat de arbeidsmarkt weliswaar verbetert maar dat er nog een lange weg te gaan is. Er moeten nog minstens 7,5 miljoen banen gecreëerd worden om weer op het pre-corona niveau uit te komen.
Ondanks dat het Beige Book aangeeft dat de komende maanden de prijzen verder zullen stijgen, blijft Powell benadrukken dat de opgelopen inflatie van tijdelijke aard zal zijn. De centrale bank is derhalve van plan het huidige monetaire beleid voorlopig te handhaven.

Bedrijfscijfers

De verwachtingen van analisten over de winstgevendheid van de bedrijven zijn hooggespannen. Bedrijven hebben geprofiteerd van het sterke economische herstel na de coronacrisis. Dit betekent dat het met de winstgevendheid over het afgelopen kwartaal wel snor zit. Waar de belangstelling naar uitgaat is de winstverwachting voor het komende halfjaar. In hoeverre worden de winstmarges geraakt door de gestegen productiekosten? Wij houden u op de hoogte.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten

 

Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 13-05-2021

Inflatie maakt beleggers nerveus

Consumenten Prijs Index

Dinsdag waren de beurzen al gedaald vooruitlopend op de inflatiecijfers van een dag later. Er was toch wel enige vrees dat het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten een CPI (Consumer Price Index) zou publiceren waar beleggers niet erg vrolijk van konden worden. Het was nog erger. Het mandje van prijzen van goederen en diensten dat gezamenlijk de inflatie meet bleek op jaarbasis met niet minder dan 4,2 procent te zijn gestegen. Dat terwijl er een toename van 3,6 procent was verwacht. Ook op maandbasis liepen de prijzen veel harder op dan ingeschat, met 0,8 procent. Een prijsstijging die we sinds 2008, voordat de kredietcrisis uitbrak, niet meer hadden gezien. Daar de beurzen al hadden geanticipeerd op slechte cijfers duurde het even voor er duidelijk richting werd gekozen door beleggers. Maar uiteindelijk zetten de beurzen de weg naar beneden in. Ook vandaag volgen de markten in Europa die van de Verenigde Staten. Zo staat de AEX inmiddels 6 procent onder zijn hoogste koers van begin deze maand.

Einde aan TINA?

Is deze vrees terecht? Beleggers zijn immers al jaren gewend aan een historisch lage inflatie. Als gevolg daarvan kon ook het rentepeil naar ongekende diepten wegzinken. In ons werelddeel is er zelfs al enkele jaren sprake van een negatieve rente. Het joeg spaarders naar de beurs onder het motto dat er geen alternatief was voor een belegging in aandelen (TINA). De aanwassende stroom van geld naar de beurs stuwde de koersen verder op en dat trok op zijn beurt weer nieuwe beleggers aan. Niets heeft zo’n aantrekkingskracht als voortdurende koerswinsten. Beleggers werden daarbij geholpen door de centrale banken die met regelmaat lieten weten voorlopig niet van plan te zijn de rente weer te gaan verhogen. Zelfs een enigszins oplopende inflatie zou ze niet van mening doen veranderen. Maar 4,2 procent?

Basiseffecten

Hoe houdbaar is dan het ruime monetaire beleid nog? Veel beleggers nemen het zekere voor het onzekere en gingen over tot verkoop van hun aandelen. Maar reageren ze niet te snel? De snelle toename van de prijzen kan toch moeilijk als een verrassing zijn gekomen. De pandemie zorgde een jaar geleden voor een enorme prijsdaling van allerlei diensten waar plots weinig behoefte meer aan was. Zo zakte de CPI in april vorig jaar diep weg. Met dit lage niveau als vergelijkingsbasis is het dan ook niet zo vreemd dat een jaar later – in een zich snel herstellende economie – de prijzen hard oplopen. Economen spreken in zo’n geval van basiseffecten. Voor de duidelijkheid, het algemene prijspeil is nog steeds lager dan dat van voor de uitbraak van het virus. Het is het tempo van de groei, niet het absolute prijspeil, dat momenteel zorgen baart.

Markt voor tweedehands auto’s explodeert

Opvallend is verder dat er geen sprake is van een prijsstijging over de gehele linie. Zo blijkt uit een nadere analyse dat de forse toename van de prijzen toe te schrijven is aan diensten die slechts voor 13 procent uitmaken van de consumentenbestedingen. Zo liepen vooral de prijzen van gebruikte auto’s en trucks, hotelovernachtingen, restaurants, vliegtrickets, autoverzekeringen, kaartjes voor evenementen en musea en autoverhuur sterk op. Juist die prijzen waren in de pandemie het hardst gedaald en lopen nu het meest op. In de pandemie hadden autoverhuurbedrijven een gedeelte van hun vloot in de verkoop gedaan en nu dienden ze hun voorraad als de wiedeweerga weer aan te vullen. Daar nieuwe auto’s sowieso moeilijk verkrijgbaar zijn (vanwege het chiptekort) explodeert de markt voor tweedehands auto’s.

Irrational exuberance

Maar wat zegt deze prijsstijging over de brede economie? De centrale banken hebben steeds gesteld dat de inflatie slechts van tijdelijke aard zal zijn. Op zeker moment zullen vraag en aanbod elkaar weer vinden en normaliseren de markten weer. Bedenk ook dat de switch van diensten naar goederen tijdens de pandemie weer vice versa zal zijn zodra de meeste mensen gevaccineerd zijn. Met andere woorden, waar de prijzen van allerlei diensten weer op zullen lopen, kunnen juist de prijzen voor goederen en grondstoffen (die nu hard stijgen) weer zakken. Ondanks alle onrust staat het algemeen prijsniveau nog steeds onder het niveau van de lange termijntrend waar bijvoorbeeld de Federal Reserve de prijzen zou willen hebben. Bedenk dat de kerninflatie momenteel 3,0 procent is. Dat lijkt veel, maar is exact het niveau waar ze bijvoorbeeld in 1996 ook stond. Hoewel de toenmalige gouverneur van de Fed Alan Greenspan toen waarschuwde voor irrational exuberance zouden de beurzen nog vier jaar verder stijgen.