Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 20-08-2019

De geldpersen draaien weer warm

Schijnwerpers weer op de centrale bankiers

Nu vrijwel alle beursgenoteerde bedrijven hun cijfers over het eerste half jaar gerapporteerd hebben is het weer even stil op de beurzen. Het lijkt echter een stilte voor de storm aangezien het gilde der centrale bankiers deze week weer alle aandacht van de beleggingsindustrie naar zich toe zal gaan trekken. Zo komen zowel de ECB als de Federal Reserve deze week met hun notulen van de laatste meetings naar buiten. Beleggers hopen hieruit te kunnen afleiden wat ze de komende maanden te wachten staat. Tegen het einde van de week vindt de jaarlijkse bijeenkomst van centrale bankiers in de Verenigde Staten plaats in het wintersportoord Jackson Hole. Aangezien juist op deze locatie in het verleden weleens grootse beleidswijzigingen werden aangekondigd toch een evenement om goed in de gaten te houden. In september volgt vervolgens naar alle verwachting weer een renteverlaging door de Amerikaanse centrale bank.

Effect

De Federal Reserve verlaagde de rente reeds in juli met een kwart procent en de markten zijn er zeker van dat de centrale bank komende maand hetzelfde zal gaan doen. Sterker nog, men gaat ervan uit dat het weleens het begin van een nieuwe cyclus van monetaire verruiming zou kunnen worden. De Amerikaanse president verlangt zelfs een reductie van een vol procent van “zijn” centrale bank. Er wordt zelfs al gesproken over negatieve rentepercentages op Amerikaanse staatsleningen. Iets waar we in de Europese Unie al enige tijd aan gewend zijn geraakt. Heeft een verdere reductie echter nog wel effect? Bedenk bijvoorbeeld dat de afgelopen tien jaar reeds gekenmerkt werden door zeer lage rentes. Desondanks groeide de Amerikaanse economie gemiddeld met maar 2,3 procent per jaar. Dat is aanmerkelijk minder dan het historisch gemiddelde van 3 procent per jaar.

Veiligheid voor alles

Bedenk dat de markten na de vorige verlaging door de Federal Reserve meteen een duikvlucht inzetten. Hoe men het wendt of keert, de economie bevindt zich in ieder geval niet aan het begin van een opgaande cyclus. De economie groeit immers al weer ruim tien jaar. Er wordt her en der wel gesteld dat vooral cyclische aandelen erg goedkoop zijn geworden en defensieve aandelen juist erg duur. Maar is het wel verstandig om zover in een opgaande cyclus nog in cyclische aandelen te gaan beleggen? Beleggers denken er in ieder geval het hunne van getuige de recente rallies in met name obligaties en defensieve waarden.

Kwaliteitsaandelen

Historisch blijken vooral kwaliteitsaandelen met een aantrekkelijk dividend het goed te doen in een fase waarin de economie begint te vertragen. Beleggers hebben daarnaast duidelijk een voorkeur voor grote bedrijven. Dat hoewel men eerder zou denken dat juist kleinere bedrijven van een lagere rente zouden moeten kunnen profiteren. Maar beleggers kiezen voor zekerheid. Dat valt ook op te maken uit de toegenomen populariteit van de welbekende veilige havens. Zie de stijgingen van de usual suspects als de Zwitserse frank, de Japanse yen, het goud en het zilver.

Waarom angst voor een recessie?

Beleggers blijken heel goed door te hebben wat er aan de hand is. Waar centrale banken vroeger pas ingrepen wanneer de economie reeds in een recessie was beland, proberen ze deze nu juist voor te zijn. Met andere woorden, men tracht de lengte van deze opgaande cyclus op te rekken. Beleggers hebben enerzijds vertrouwen in de centrale banken. Anders zouden ze nu wel massaal uitstappen. Maar anderzijds zijn ze op hun hoede waar het de eindigheid van deze economische cyclus betreft. Waarom proberen centrale banken een mogelijke recessie eigenlijk te voorkomen? Een recessie hoort toch bij het systeem. Het schoont op en maakt de weg weer vrij voor nieuwe innovaties. Die weer de basis leggen voor de volgende opgaande cyclus. 

Meer aan de hand?

Of is er meer aan de hand? De vorige crisis werd immers veroorzaakt door een loodzware schuldenlast die de economieën wereldwijd mee het moeras in sleurde. Die schulden zijn nooit verdwenen. Sterker, ze zijn alleen maar toegenomen. Een lage rente – of zelfs helemaal geen rente – biedt dan een wel erg verleidelijke oplossing. Stel je toch eens voor, je bent een Italiaanse minister van financiën en je hoeft over de uitstaande staatsschuld van 2300 miljard euro geen of bijna geen rente meer te betalen. Wat te denken van de Verenigde Staten met een tien keer hogere staatsschuld? Schuldenprobleem? Hoezo? Waar dan?