Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 15-09-2020

De stille crash van Shell

Zware underperformer

Op het moment van dit schrijven staat het aandeel Shell fier bovenaan de lijst met grootste stijgers van de AEX van vandaag. Leuk voor beleggers in het aandeel, maar in de verste verte geen afspiegeling van het verloop van het pandemiejaar 2020 tot nog toe. Zo staat de trots van de Nederlandse economie, het bedrijf dat jarenlang de zwaarste weging had binnen de AEX, het fonds dat bekendstond als weduwen- en wezenfonds vanwege zijn veronderstelde status als veilige belegging, dit jaar op een verlies van niet minder dan 55 procent. Dat terwijl de AEX bijvoorbeeld op een verlies staat van slechts 8 procent. De fors gedaalde olieprijs is een belangrijke oorzaak. Maar er speelt meer.

British Petroleum’s Energy Outlook

Zo maakte één van Shell’s grootste concurrenten in de oliesector – British Petroleum (“BP”) – gisteren in zijn Energy Outlook bekend ervan uit te gaan dat de groei van de vraag naar olie definitief voorbij is. Dat zou een enorme trendbreuk betekenen daar de afgelopen 100 jaar de vraag naar olie altijd nog is gestegen, ook in tijden van crisis. Volgens de onderzoekers van het Britse oliebedrijf heeft de vraag naar olie in 2019 met 100 miljoen vaten per dag zijn hoogste punt ooit bereikt. BP gaat uit van drie scenario’s waarbij in het slechtste geval de vraag naar olie in 2050 zal zijn gedaald naar slechts 30 miljoen vaten per dag. In het meest gunstige scenario zou de vraag nog twintig jaar rond de 100 miljoen vaten per dag blijven, maar ook in dat geval is er van groei geen sprake meer.

Energietransitie

De energiemarkten ondergaan een structurele wijziging als gevolg van de energietransitie, waarbij fossiele brandstoffen uit de gratie lijken te zijn geraakt. De tot voor kort onaantastbaar gewaande positie van de oliegrootmachten is daardoor afgebrokkeld. De uitbraak van het coronavirus heeft dit proces verder versneld. Zo nam de vraag dit jaar af van 100 naar 83 miljoen vaten per dag in het tweede kwartaal. De olieproducenten dienden als gevolg hiervan hun productie naar beneden bij te stellen, naar 87 miljoen vaten per dag. Als gevolg hiervan kon de prijs van een vat Brent olie – die gedaald was van 70 dollar begin dit jaar naar 29 dollar op het dieptepunt van de crisis – weer enigszins herstellen. In april zakte de prijs voor een vat West Texas Intermediate zelfs even onder nul. Inmiddels staat de olieprijs op 39 dollar, nog steeds fors lager. Zeker afgezet tegen de piek uit 2008 van 146 dollar.

Strategiewijziging

BP heeft als eerste onder de oliegiganten zijn strategie drastisch aangepast. Zo schreef het miljarden af op zijn olie- en gasbezittingen, verlaagde het zijn dividend fors, kondigde het aan om de olieproductie het komende decennium met 40 procent te reduceren en zijn investeringen in schone energie te vertienvoudigen. BP heeft een zero emissie doelstelling voor 2050. BP is niet de enige oliemaatschappij die wil diversifiëren naar hernieuwbare energie. Shell ziet deze noodzaak ook, heeft enige jaren geleden al grote investeringen gedaan in het veel schonere gas, maar neemt tot op heden nog niet zulke drastische stappen als BP. Mogelijk komt Shell later dit jaar met een soortgelijke strategiewijziging. Opvallend is dat de Amerikaanse grootmachten Exxon en Chevron nog volledig inzetten op fossiele brandstoffen.

Stille crash

Beleggers in Shell ondergaan dit jaar zodoende een stille crash, want anders kun je een koersdaling van 55 procent moeilijk noemen. Het aandeel is weliswaar een klein beetje opgeveerd na de coronabodem van afgelopen maart, maar staat nog wel 62 procent onder zijn top uit 2018. Ook Shell diende zijn dividend dit voorjaar fors te verlagen. Professionele beleggers – pensioenfondsen en verzekeraars - bouwen hun exposure in traditionele olie- en gasconcerns steeds verder af. Een proces dat nog wel enige tijd kan gaan duren. Toch zouden beleggers zich moeten realiseren dat de rol van fossiele energie voorlopig nog niet is uitgespeeld. De groei mag er dan uit zijn, we zullen nog jaren blijven rijden en vliegen. Duurzame energiebronnen winnen weliswaar snel terrein, maar hebben nog een lange weg te gaan.

“Never sell Shell”

Shell zit inmiddels ook niet stil en gaat in toenemende mate mee in de energietransitie middels investeringen in schone energiebronnen als zon, wind en waterkracht. Daarnaast investeert Shell fors in waterstoffabrieken. Waterstof zou als energiedrager op lange termijn van groot belang kunnen worden. Zo heeft de Europese Unie ook grote plannen met waterstof en heeft aangekondigd dat financieel te willen ondersteunen. Door zijn financiële kracht moet Shell in staat geacht worden om een grote rol in de energietransitie te kunnen gaan spelen. Schrijf Shell dus nog niet af. De beurswijsheid was altijd “never sell Shell”. Hoewel velen dat blijkens de koers wel hebben gedaan lijkt dat voorbarig. Er zijn meer voorbeelden van grote concerns die zichzelf met succes opnieuw hebben uitgevonden.

Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten