Auteur: Jan-willem Nijkamp Datum: 27-06-2017

Nadert deze economische hausse zijn einde?

De zware financiële crisis van 2008-2009 deed de wereld sidderen op zijn grondvesten. Banken bleken niet zo veilig als verondersteld en beurzen verloren in een paar maanden tijd de helft van hun waarde. De huizenprijzen in de westerse wereld stortten in. De economieën gingen wereldwijd door een diep dal. De periode staat inmiddels te boek als De Grote Recessie en geldt als de zwaarste economische crisis in meer dan 80 jaar tijd. Want historici moesten terug naar de jaren 30 van de vorige eeuw om een crisis van soortgelijke omvang te ontwaren. Grootschalige steunoperaties van overheden en vooral centrale banken waren noodzakelijk om het financiële stelsel overeind te houden. Met name het opkopen van vooral staatsobligaties door centrale banken was nog niet eerder vertoond.

Nog niet eerder? Veel deskundigen willen ons dit doen geloven maar zien daarbij de gebeurtenissen uit de jaren 30 enigszins over het hoofd. Het grootschalig opkopen van staatsobligaties door centrale banken om het financiële stelsel overeind te houden is namelijk helemaal niet nieuw. Reeds in de genoemde jaren 30 – tijdens de Great Depression – ging de toenmalige Federal Reserve over tot dit veel bekritiseerde beleid. Zij maakten toen echter de fout er te vroeg mee op te houden. Met als gevolg een terugval na een eerdere opleving. We weten inmiddels allemaal wat er na deze nieuwe terugval in 1937 gebeurd is. Aardig detail: een zekere Ben Bernanke studeerde af met dit beleid uit de jaren 30 als onderwerp. Een aardig staaltje toegepaste economische kennis.

Hoe dan ook, in de zomer van 2009 geraakte ’s werelds grootste economie uit deze diepe recessie. Vanaf de maand juli ging de economie van de Verenigde Staten weer groeien. Dat betekent dat het economisch herstel inmiddels al weer acht jaar gaande is. Het is daarmee de op twee na langste hausse sinds 1940. Van de twaalf hausseperioden sindsdien duurden er maar twee langer: die van de jaren 60 (8 ¾ jaar) en die van de jaren 90 (10 jaar). Vaak horen we economen dan ook zeggen dat deze hausse op zijn laatste benen loopt. Maar de analyse van deze economen is daarmee van beperkte aard.

Interessanter is het namelijk om niet naar de lengte van deze hausse maar naar de omvang ervan te kijken. Zo blijkt de huidige economische hausse de traagste van de bovengenoemde twaalf te zijn. Over de afgelopen acht jaar bedroeg de economische groei maar 2,1 procent gemiddeld per jaar. De vorige economische expansie kende bijvoorbeeld een groei van gemiddeld 2,8 procent per jaar. Deze duurde echter maar zes jaar. In die zes jaar groeide de economie met 18 procent. Voor de goede orde, de huidige expansie duurt al twee jaar langer maar blijft steken op een totale groei van 18,2 procent. En tijdens de hausse van de jaren 90 groeide de economie van de Verenigde Staten met 22 procent.

Deze cijfers bevestigen eens te meer het bijzondere karakter van de huidige economische opleving. De economie groeit wel, maar in een matig tempo. En omdat het tempo maar beperkt is heeft het herstel ook meer tijd nodig om te “helen”. Economen zouden er dus beter aan doen niet steeds te focussen op de lengte van het huidige herstel maar op de omvang ervan. Daarmee komen we terecht bij een ander punt van discussie onder economen, analisten en beleggers. Namelijk de reden van deze matige groei. Het heeft er alle schijn van dat de wereldwijde vergrijzing, de globalisering, de enorme schuldenlast en vooral de digitalisering daar alles mee te maken hebben.

Het vormt ook een verklaring voor de nog steeds zeer beperkte loongroei (ondanks het feit dat de hausse reeds acht jaar duurt) en de vrijwel afwezige inflatie. Gezien de aanhoudend lage inflatie lijken de centrale banken ook het gelijk aan hun zijde te hebben met hun zeer ruime monetaire beleid. Zo bezien is de lage rente niet zozeer het gevolg van het beleid van de centrale banken, maar voegen deze zich met hun beleid juist naar de harde economische realiteit.