Datum: 23-01-2023

De jacht op het witte goud

De verkoop van elektrische auto’s neemt een steeds grotere vlucht. Wereldwijd werden er vorig jaar ongeveer 7 miljoen exemplaren verkocht. Dat is een verdrievoudiging in slechts twee jaar tijd. Dit betekent dat ook de vraag naar de batterijen in deze auto’s stijgt. En dat heeft weer als gevolg dat de jacht op de belangrijkste grondstof voor deze batterijen, lithium, geopend is. 

Het metaal is overal ter wereld te vinden, maar als we het complete huidige wagenpark op de wereld zouden willen elektrificeren dan is de voorraad wel in vijftig jaar op. Daarom willen landen deze felbegeerde grondstof veiligstellen voor hun eigen energietransitie. Lithium zit namelijk niet alleen in batterijen voor auto’s, maar bijvoorbeeld ook in mobiele telefoons, powerbanks en laptops. 

Eigen land eerst

Een goed voorbeeld van 'eigen land eerst' zijn de Verenigde Staten. In de vorig jaar aldaar aangenomen Inflation Reduction Act is vastgelegd dat Amerikanen subsidie kunnen krijgen als ze een elektrische auto kopen die in de Verenigde Staten vervaardigd is. De verwachting is dat hierdoor ook - of misschien liever gezegd: zelfs - in petrolhead-Amerika de vraag naar elektrische auto’s flink zal toenemen.

Nu maken elektrische auto’s nog maar 1% uit van het Amerikaanse wagenpark. Omdat de Amerikaanse regering voor het aanbod van lithium niet afhankelijk wil zijn van grote producenten als Chili, Australië of China, heeft men fondsen beschikbaar gesteld om lithiumproductiefaciliteiten te openen in Nevada, North Carolina en Tennessee. 

Ook in Afrika protectionisme

Ook in Afrika is er sprake van protectionisme. Op het Afrikaanse continent is Zimbabwe het land met de grootste aangetoonde lithiumreserves. Onlangs heeft dat land echter de export van ruwe lithium verboden omdat men aan de reserves zelf, met hulp en geld van China, meer wil verdienen door de lokale economie te stimuleren middels de bouw van lokale verwerkingsfaciliteiten en EV-batterij fabrieken. Dit zorgt voor extra krapte op de wereldmarkt. 

De prijs van ‘het witte goud’ is sinds 2021 flink aan het stijgen. Tussen 2018 en 2020 was de prijs ongeveer 10.000 dollar per ton. Maar vanaf 2021 liep deze snel op naar zelfs 80.000 dollar per ton afgelopen november. Sindsdien is de prijs wel weer gedaald, maar bevindt deze zich nog steeds ver boven de prijsrange van 2018-2020.

Grote vraag vanuit Europa

De prijs is vooral zo hoog door de grote vraag vanuit Europa. Ook op ons continent zit er voldoende lithium in de grond, bijvoorbeeld in Portugal, Tsjechië en Duitsland. Maar de meeste mijnbouwinitiatieven die worden opgestart in Europa redden het niet vanwege protesten van de bevolking in de buurt van de mijnen. 

Het grootste lithiummijnbouwbedrijf ter wereld is het Amerikaanse Albemarle. Dit bedrijf produceert ongeveer 175.000 ton lithium per jaar. Op de beleggersdag die morgen wordt gehouden, zal Albemarle een toelichting geven op de bedrijfsstrategie, de verwachtingen voor de komende vijf jaar uitspreken en een guidance voor dit jaar verstrekken. Waar het aandeel de afgelopen vijf jaar gemiddeld werd verhandeld voor 26 maal de winst, is dit momenteel maar zo’n 9 keer de winst. In de markt wordt gezegd dat de reden hiervoor ligt in de verwachting dat de hoge prijzen voor lithium niet altijd zullen blijven bestaan.

Niet de ene afhankelijkheid inruilen voor de andere

Maar gezien de sterke groei van de vraag, het tekort aan aanbod, de protectionistische maatregelen en de problemen om nieuwe mijnbouwprojecten op te starten, kun je je kanttekeningen plaatsen bij die aannames. Niet voor niets jaagt de hele wereld op lithium. En, om minder afhankelijk te worden van China zijn die extra raffinagefaciliteiten ook in Europa hard nodig. We willen immers niet de afhankelijkheid van de ene energievoorziening (gas uit Rusland) inruilen voor een andere (geraffineerd lithium uit China).