Datum: 11-04-2023

Einde van de berenmarkt?

Met het eerste kwartaal achter de rug lijkt het wel of er sprake is van een trendbreuk op de beurs. Vorig jaar werd het beleggingsklimaat beheerst door inflatie, oplopende rente, een naderende recessie en afnemende bedrijfswinsten. Het was een slecht beursjaar.

De winnaars van het afgelopen decennium (voornamelijk de grote technologiefondsen en andere groeiaandelen) moesten in 2022 soms fors inleveren. Energie stak er met kop en schouders bovenuit.

Maar ook andere oude-economie-aandelen (consumentengoederen, industrie, banken, verzekeraars, nutsbedrijven) deden het relatief goed, gezien het slechte beursklimaat. Omdat de rente steeg, boden obligaties weinig houvast.

Voorspelde recessie kwam niet

Nu we het eerste kwartaal hebben afgesloten ziet de wereld er heel anders uit. De voorspelde recessie kwam er niet - hoewel we niet te vroeg moeten juichten, want de omgekeerde rentecurve en de zwakke inkoopmanagersindices duiden wel degelijk op een forse groeivertraging. De inflatie zakt in een gestaag tempo. Houdt dit huidige tempo aan, dan kunnen we deze zomer op een CPI van rond 3 procent of lager zitten.

Inderdaad, dat is niet ver van de officiële doelstelling van de centrale banken. Markten gingen er tot voor kort nog vanuit dat de centrale banken de rente dit jaar nog tot misschien wel 6 pocent zouden kunnen verhogen, maar inmiddels wordt er hooguit nog een enkele verhoging van 0,25 procent ingeprijsd, als die er al komt. De markten rekenen op een lagere Fed Funds Rate eind dit jaar.

Weg vrij voor techaandelen

Het maakt de weg weer vrij voor de technologie-aandelen. De halfgeleider-index (Philadelphia Semiconductorindex) staat sinds de bodem van oktober vorig jaar aanzienlijk hoger. Ook de Nasdaq 100-index bevindt zich inmiddels weer in een bullmarkt. De grote techfondsen profiteren van het feit dat de rente weer zakt.

Daar komt bij dat de meeste van hen over zeer solide balansen beschikken. Dat geeft in dit onstuimige beleggingsklimaat extra zekerheden. Tenslotte bieden zij producten en diensten aan die ook in een recessie hun weg wel zullen vinden, zij het misschien wat minder.

Waar technologie weer bruist, vergaat het de winnaars van vorig jaar (financials, energie, industrie, consumentengoederen) minder goed. De energieprijzen zijn fors lager, er is een bankencrisis (geweest) en er nadert toch een groeivertraging. De GDPNow-indicator van de Atlanta Fed verwacht een BNP-groei over het eerste kwartaal van slechts 1,7 procent. Die is fors naar beneden bijgesteld. De inkoopmanagers wijzen hier ook op. Net als de inverse rentecurve. 

Gaat de zon weer schijnen?

Gaat voor beleggers na maanden van koude en regen de zon weer schijnen? Niet zo snel. De kerninflatie blijft immers nog hardnekkig hoog. De lonen en de huren willen nog niet erg zakken. Dat heeft tijd nodig.

Belangrijker waren echter de bankfaillissementen van de afgelopen periode. De centrale banken moesten stevig ingrijpen om de financiële stabiliteit en het vertrouwen te bewaren. Er werden weer enorme bedragen in het bankwezen gepompt. De liquiditeiten vloeiden rijkelijk.

De omgevallen banken hebben zodoende voor een verrassende draai in de markten gezorgd. Waar de geldkraan stap voor stap werd dichtgedraaid, staat deze nu weer volledig open. Deze situatie kan echter niet lang voortduren, zeker niet wanneer de inflatie hardnekkig zou blijken te zijn.

Even terug in de historie. Vijftien jaar geleden, in maart 2008, ging de Amerikaanse zakenbank Bear Stearns ten onder. Een ramp voor de beurs? Viel wel mee. Twee maanden later stond de S&P 500-index 10% hoger. Beleggers waren het faillissement al weer vergeten. Ten onrechte, bleek later. Wat er in de maanden nadien gebeurde, is geschiedenis. 

Inflatie blijft eenvoudigste manier om van schuld af te komen

De markten gaan ervanuit dat de centrale banken binnen niet al te lange tijd een einde moeten maken aan de monetaire verkrapping. Meer ongelukken met omvallende banken zijn niet gewenst. Ook overheden, niet in het minst die van de Verenigde Staten, kunnen een veel hogere rente niet hebben.

De staatschulden zijn te hoog en de rentelast wordt op zeker moment onhoudbaar. Het officiële doel is het terugbrengen van de inflatie naar 2 procent. Het is de vraag of dat ooit bereikt gaat worden. Er is geen eenvoudiger manier om van een grote staatsschuld af te komen dan via inflatie. Je moet alleen de inflatie niet volledig uit de hand laten lopen. 

Centrale banken moeten draai verantwoorden 

Het is aan de centrale banken om zo’n draai te verantwoorden aan de markt. Anders zou hun geloofwaardigheid op het spel komen te staan. Ga ervan uit dat de centrale banken heel geleidelijk het doel van de 2 procent zullen gaan loslaten.

Natuurlijk, de inflatie moet bestreden worden, maar niet tegen elke prijs. Dit heeft men na de Tweede Wereldoorlog ook gedaan. Toen kampten de overheden overal met enorme schulden als gevolg van de oorlog. Deze werden bestreden met een combinatie van economische groei, inflatie en een niet al te hoge rente.

Verder herstel op beurzen niet uitgesloten

Maar dat is voor later. De komende maanden is verder herstel op de beurs niet uitgesloten. De vrees voor instortende banken ebt weg. De inflatie zakt en de rente kan dalen. Het blijft een vreemde markt. De beurs is nu twee kwartalen op rij gestegen, midden in wat officieel een berenmarkt heet.

Een nieuwe rally? Wie weet. Het komende kwartaalcijferseizoen zou meer duidelijkheid kunnen geven. De verwachtingen zijn aan de lage kant. Er wordt een winstdaling van 6,1 procent verwacht voor de bedrijven uit de S&P 500. Dat kan dus zo maar gaan meevallen.