Datum: 24-07-2023

Geen gratis lunches meer

Een jaar geleden bereikte de inflatie in de Verenigde Staten zijn piek met 9,1 procent. Sindsdien daalt de inflatie, en hard ook. In een jaar tijd is de consumentenprijsindex (CPI) met meer dan 6 procent gezakt naar 3 procent nu. Dalen is overigens niet het juiste woord. De prijzen stijgen immers nog steeds, alleen minder hard. Het tempo van de stijging neemt af.

De Fed Funds Rate is inmiddels fors hoger dan de CPI. De reële, voor inflatie gecorrigeerde rente bedraagt ruim 2 procent. Dat is bijzonder. Deze eeuw was de reële rente immers meestal negatief.

Inflatiegevaar lijkt afgewend

De centrale bank trapt momenteel hard op de rem. Vaak wordt gewezen op de achterblijvende daling van de kerninflatie. Die bleek vorige week tot 4,8 procent te zijn gedaald. Een belangrijke component van de kerninflatie zijn de kosten van huisvesting. Die reageren met een vertraging. Zowel naar boven als naar beneden. In het huidige tempo zal ook de kerninflatie verder afnemen.

Nog bemoedigender is de daling van de producentenprijzen (PPI). Die bleken met slechts 0,1 procent te zijn toegenomen. Daar de PPI doorgaans geldt als voorloper op de CPI lijkt het inflatiegevaar afgewend.

Stijgende winsten

Wat vooral opvalt is het enorme verschil tussen de producenten- en de consumentenprijzen. Dat verschil is sinds de late jaren '40 niet meer zo groot geweest. De prijzen (CPI) dalen, maar de kosten (PPI) dalen nog harder. Dat is gunstig voor de winstmarges. En net nu verwacht het analistengilde een stevige winstdaling! Voor dit kwartaal wordt verwacht dat de 500 bedrijven uit de S&P 500 7% minder winst zullen maken.

De  meevallende inflatiecijfers zetten de dollar in beweging. Een dalende dollar wijst doorgaans op afnemende risico’s in de markt en geldt als goed nieuws voor de beurs.

Amerikaanse multinationals realiseren immers een groot deel van hun omzet buiten de Verenigde Staten. Teruggerekend in een zwakkere dollar betekent dat stijgende winsten. Met de dalende dollar zet de huidige rally op de beurzen dus nog een motor aan.

Build Back Better

Afnemende inflatie, een dalende dollar en meevallende bedrijfsresultaten. Hier werd door weinig beleggers rekening mee gehouden. In afwachting van de naderende recessie stond er veel cash langs de zijlijn paraat. Professionele beleggers hadden daarnaast hun posities op grote schaal gehedged met derivaten. De onverwachte rally dwingt velen hun posities te draaien. Tegen wil en dank, want nog steeds gaat de consensus uit van een recessie.

Die laat echter op zich wachten, daarmee een inverse rentecurve en diverse macro-economische indicatoren negerend.

Wat echter licht over het hoofd wordt gezien, is het feit dat de overheid van de VS nog steeds in een zwaar stimulerende stand staat. Enerzijds trapt de centrale bank monetair op de rem, anderzijds neutraliseert de overheid met Build Back Better dat verkrappende beleid weer. De liquiditeiten blijven zo overvloedig de economie in stromen.

Nu komt het moeilijkste

Is deze rally dan niet meer te houden? Niet te snel. Volgende maand publiceert het Bureau of Labor Statistics (BLS) weer zijn volgende CPI-cijfer. Maar deze keer is het anders. De vergelijkingsbasis met vorig jaar wordt met ingang van de maand juli minder gunstig.

Zelfs wanneer de inflatie op maandbasis niet langer stijgt, zal deze op jaarbasis voor het eerst sinds lange tijd weer oplopen. Zo verwacht de CPI Nowcast van de Federal Reserve Bank van Cleveland een inflatie van 3,35 procent. Inderdaad, hoger dan nu.

De gratis lunch voor de inflatie is daarmee voorbij. Voor de centrale-bankiers komt het moeilijkste deel. Dat weten zij maar al te goed.

De laatste stap naar de gewenste 2 procent zal niet eenvoudig worden. Gaat dat lukken zonder grote economische schade aan te richten? En laat de steeds verder uitdijende staatsschuld een hogere rentestand überhaupt toe? Het wordt spannend.