
Columns
Als belegger moet je zitvlees h ...
Er zijn momenteel veel, soms tegenstrijdige, indicatoren die het er voor beleggers niet eenvoudiger op maken...
Datum: 10-10-2022
Steeds meer landen streven ernaar hun broeikasgasuitstoot netto naar nul te reduceren. Om dat te kunnen realiseren is er een wereldwijde energietransitie nodig. De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen als olie, aardgas en steenkool moet plaatsmaken voor een energiebehoefte die gebaseerd op schone energie.
We moeten naar een economie die gekenmerkt wordt door windturbines, zonnepanelen en elektrische voertuigen.
Het is echter de vraag of dat in lijn met de bedoelingen van de lobbyisten van een groene economie zal gebeuren. De nagestreefde energietransitie is namelijk niet mogelijk zonder het delven van strategische aardmetalen.
Zonder deze metalen kunnen er geen mobiele telefoons, laptops, iPads, zonnepanelen, windmolens en bijvoorbeeld elektrische auto’s geproduceerd worden. En - in een tijd van oorlog misschien nog wel belangrijker - is de productie van modern wapentuig evenmin mogelijk.
Een aantal beleidsmakers streeft niet alleen naar een economie vrij van fossiele brandstoffen, maar ook een die minder afhankelijk is van diverse schurkenstaten. De verstoorde toevoer van Russisch gas heeft ons behoorlijk met de neus op de feiten gedrukt.
De nagestreefde grootschalige energietransitie dreigt echter de ene afhankelijkheid in te ruilen voor een andere. Momenteel controleert uitgerekend China de productie van 95% van de wereldwijde zeldzame aardmetalen. Ben je verlost van Rusland, krijg je er China voor in de plaats.
De mijnbouw van deze metalen vindt overwegend in China of door China gecontroleerde landen plaats. Dat is niet zonder reden. De mijnbouw is sterk milieuvervuilend, om niet te zeggen milieuverwoestend. Bovendien zijn de werkomstandigheden op zijn zachtst gezegd niet helemaal conform de Arbowet.
Met andere woorden, om onze schone economie gebaseerd op moderne technologie mogelijk te maken moet elders in de wereld een stevige prijs betaald worden. Het 'schone' westen wil deze vorm van mijnbouw niet. Not In My Backyard (NIMBY) heeft inmiddels plaats gemaakt voor Build Absolutely Nothing Anytime Near Anybody (BANANA).
Een grootschalige energietransitie vergt nogal wat. Zo is er voor het aantal windturbines dat vereist is om netto nul uitstoot in 2050 te realiseren bij benadering 3200 miljoen ton staal, 310 miljoen ton aluminium en 40 miljoen ton koper nodig. Daar komt dus heel veel mijnbouw bij kijken. Sterker nog, voor windturbines zijn meer grondstoffen nodig dan ooit het geval is geweest voor welke technologische ontwikkeling dan ook.
Bovendien is mijnbouw van zeldzame aardmetalen erg energie-intensief. Konden er vroeger met één vat olie 100 vaten geproduceerd worden, tegenwoordig nog maar 35. Hetzelfde geldt voor zeldzame aardmetalen. De graafmachines die daarvoor nodig zijn verbruiken bijvoorbeeld enorme hoeveelheden diesel.
Voor zonne-en windenergie samen zullen we 15 keer zo veel beton, 90 keer zo veel aluminium en 50 keer zo veel ijzererts, koper en glas gebruiken dan er ooit nodig was voor fossiele brandstoffen of kernenergie. Verwacht wordt dat de wereldwijde mijnbouwproductie daarvoor zo’n 10 keer groter moet worden dan nu het geval is...
'Schoon' blijkt dus helemaal niet zo schoon. Soms zijn dingen nu eenmaal makkelijker gezegd dan gedaan. Een elektrische auto rijdt weliswaar schoon, maar legt een vijf keer zo groot beslag op het milieu als een benzineauto. Leuk, dat elektrisch rijden en die laadpalen in onze binnensteden, maar in Congo en Mongolië worden het milieu en de arbeidsomstandigheden er niet beter op.
Wat kunnen we hiermee als belegger? Sinds de coronapandemie zijn we gewend geraakt aan schaarste van veel grondstoffen. Dat zou wel eens kunnen verbleken bij wat ons het komende decennium te wachten staat. De vraag naar koper, ijzererts, lithium en aardmetalen kan tot grote hoogte stijgen. Grondstoffen zijn weliswaar in prijs gestegen de laatste jaren, maar in verhouding tot papieren assets zijn ze nog steeds goedkoop.
In 2008 maakten mijnbouw- en energie-aandelen 20% uit van de S&P 500, nu is dat maar 5%. Een naderende recessie zou een belegging in deze sector kunnen ontmoedigen. Het aantrekkelijke dividendrendement van veel aandelen van mijnbouwers maakt echter veel goed. Het maakt het wachten op een eventuele rally lonend.