Datum: 18-04-2022

Is het ergste achter de rug?

Beleggers hadden de afgelopen week wat moeite om de meest recente Amerikaanse inflatiecijfers te duiden. Die bereikte met 8,5 procent het hoogste niveau sinds december 1981. Kijken we naar de kerninflatie, dan zien we die die uitkwam op 6,5 procent op jaarbasis. Maand op maand nam de stijging af tot 0,3 procent, waar door de markt op een toename van 0,5 procent was gerekend. Exclusief voeding en energie viel het cijfer nog gunstiger uit. 

Peak inflation

Veel beleggers denken daarom dat met dit cijfer de inflatie het hoogste punt bereikt heeft, 'peak inflation' zoals de Amerikanen dat noemen. Vooral het feit dat de kerninflatie lager was, geeft beleggers dit gevoel van een gepiekt inflatiecijfer. De lagere kerninflatie, waar de energieprijzen buiten gelaten zijn, was voornamelijk het gevolg van de lagere prijzen van tweedehands auto’s. Deze daalden met 3,8 procent. Het waren voornamelijk de prijzen van tweedehands auto’s die de kerninflatie eerder deden oplopen in de Verenigde Staten. 

Wie verdient nog geld als het tegenzit?

Toch houden beleggers ook de nodige slagen om de arm. Ze zijn terughoudend, omdat het cijferseizoen nu echt is losgebarsten. 'Pas als het eb wordt zie je wie al die tijd naakt aan het zwemmen was', is een gevleugelde uitspraak van Warren Buffett. Bij hoogtij qua economische voorspoed kan iedereen geld verdienen, maar hoe gaat dat als het eenmaal tegenzit?

Wat dat betreft kunnen we de komende weken zien welke bedrijven het beste hebben kunnen omgaan met de huidige beren op de weg. Hoge grondstof- en energieprijzen, schaarste aan personeel en stijgende lonen, wereldwijde verstoringen van de aanvoerketen, de lockdownmaatregelen die China telkens weer instelt, stijgende rente en daar bovenop nog oorlog in Oekraïne, het is niet niks. 

Prijszettingsmacht

Voor beleggers is het van cruciaal belang om bedrijven te selecteren die daar profijt van hebben, of aandelen van bedrijven die over de nodige pricing power beschikken. Dat laatste kan een belegger in tijden van hoge inflatie, zoals we die nu meemaken, flink meer rendement opleveren. Volgens een onderzoek van de Zwitserse zakenbank UBS kunnen aandelen van bedrijven met prijszettingsmacht , als we kijken naar de historie, in dit soort marktomstandigheden de komende 12 maanden bijna 14 procent meer rendement opleveren dan die van bedrijven met geen of zwakke pricing power. Sinds 2021 hebben bedrijven met pricing power het gemiddeld genomen sowieso al 20 procent beter gedaan dan bedrijven met weinig prijszettingsmacht. Ook stelt UBS vast dat Amerikaanse bedrijven hierbij in doorsnee beter uit de verf komen dan hun Europese of Aziatische concurrenten. 

Nog niet veel te vrezen

De komende weken zullen beleggers er dus weer achter of de gemaakte keuzes de goede blijken te zijn. Volgens het merendeel van de analisten hebben we nog niet zoveel te vrezen, zeker niet wat betreft de aandelen van bedrijven uit de S&P 500. Volgens FactSet waren het aantal afgegeven koopadviezen eind maart niet aan te slepen. Van alle afgegeven ratings was er 57,3 procent een koopadvies, 37,1 procent een houdadvies en 5,6 procent een verkoopadvies. Zo positief is het sinds 2010 niet meer geweest. En als alle koersdoelen behaald worden staat de S&P 500 eind maart 2023 maar liefst 20 procent hoger dan nu.

Geld wordt uitgegeven als water

Toegegeven, analisten zijn vaak (te?) optimistisch van aard. Maar aan de andere kant, ondanks alle genoemde beren op de weg, pakken heel veel mensen in de wereld hun normale leventje van voor corona weer gewoon op. Sterker nog, al het spaargeld dat ‘gedwongen’ opgepot was tijdens de lockdownperiode wordt momenteel uitgegeven als water.