
Columns
Als belegger moet je zitvlees h ...
Er zijn momenteel veel, soms tegenstrijdige, indicatoren die het er voor beleggers niet eenvoudiger op maken...
Datum: 15-05-2023
Veel beleggers maken zich op voor een naderende recessie. Ook grote huizen hebben een deel van hun beleggingsgeld van tafel gehaald, omdat zij mindere tijden verwachten. Natuurlijk zijn er onzekerheden, maar er zijn ook veel lichtpuntjes te bespeuren.
Zo zijn de consumentenprijzen in de Verenigde Staten in april conform verwachting uitgekomen. Een aantal dagen eerder bleek uit de cijfers van het Amerikaanse Ministerie van Arbeid dat de werkloosheid verder was gedaald, naar slechts 3,4 procent. Dit is het laagste werkloosheidspercentage sinds de jaren 60. Er bleken bovendien meer nieuwe banen bij te zijn gekomen dan verwacht. De gemiddelde loonstijging liep met 4,8 procent op.
Terug dan naar de consumentenprijzen, want die zijn de afgelopen maand met 0,4 procent op maandbasis gestegen, na een plus van 0,1 procent in maart. De verwachting van analisten lag voor april ook op een inflatie van 0,4 procent. De belangrijkste bijdragen aan de gestegen prijzen kwamen van de kosten van huisvesting, tweedehandsauto’s en toch ook weer de benzineprijs.
De kosten van huisvesting zijn nu 8,1 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar, benzine met 3 procent. Dat laatste is slecht nieuws voor president Biden omdat veel kiezers voor zijn eventuele herverkiezing volgend jaar kijken naar de kosten van benzine.
Op jaarbasis stegen de prijzen met 4,9 procent tegen 5,0 procent in maart. Hiervoor was door economen een gelijke 5,0 procent voorzien. Daarmee was de inflatie in april de laagste in twee jaar tijd. In de maand april steeg het gemiddeld uurloon, gecorrigeerd voor inflatie, met 0,1 procent. Op jaarbasis is het reële uurloon echter nog 0,5 procent lager dan vorig jaar.
De kerninflatie, dat wil zeggen gecorrigeerd voor voedsel- en energieprijzen, bedroeg in april 0,4 procent op maandbasis, tegen 0,4 procent een maand eerder. De verwachting van economen hiervoor lag eveneens op 0,4 procent. Op jaarbasis kwam de kerninflatie uit op 5,5 procent, ten opzichte van de 5,5 procent een maand eerder, waar ook een onveranderd cijfer werd verwacht.
Dat de inflatiedruk in de Verenigde Staten afneemt, werd bevestigd door de ontwikkeling van de producentenprijzen. In april stegen de producentenprijzen met 2,3 procent op jaarbasis. Een maand eerder bedroeg deze stijging nog 2,7 procent. Deze ontwikkelingen voeden de hoop bij beleggers dat de centrale bank de monetaire teugels binnenkort kan laten vieren.
Voor de bekendmaking van de inflatiecijfers rekende volgens de CME FedWatch Tool 82 procent van de markt voor 14 juni op een pas op de plaats van de Fed en 18 procent op een verhoging van 25 basispunten. Inmiddels is dit 92 en 8 procent. Voor de rentevergadering van eind juli rekent nu zelfs 36 procent op een eerste renteverlaging met een kwartje. Dat was voor de inflatiecijfers 29 procent.
De centrale banken hebben het afgelopen jaar niet stil gezeten. Zo werd bijvoorbeeld in de Verenigde Staten de rente in tien stappen verhoogd van nul naar 5,25 procent. Daarmee is de Fed Funds Rate weer hoger dan de inflatie. Er is weer sprake van een positieve reële rente. Dat is de afgelopen 15 jaar niet vaak het geval geweest.
De GDPNow van de Federal Reserve van Atlanta geeft doorgaans een goede indicatie van de actuele stand van de Amerikaanse economie. Voor het tweede kwartaal wordt een groei verwacht van 2,7 procent, aanmerkelijk beter dan de 1,1 procent uit het eerste kwartaal. Weinig lijkt te wijzen op een naderende krimp.
Maar die bankencrisis dan? Een aantal regionale banken in de Verenigde Staten is immers in de problemen gekomen. Uit de reductie van het Bank Term Funding Program van de laatste weken blijkt afnemende stress bij de autoriteiten. De koers van het aandeel PacWest moest echter weer een flinke veer laten toen bleek dat er (weer) miljarden aan depositogelden waren weggetrokken.
Zijn er dan geen wolkjes aan de hemel? Helaas wel. Er is namelijk nog zoiets als het Amerikaanse schuldenplafond. De goedkeuring van de verhoging daarvan wordt door de voortdurende strijd tussen de Republikeinen onderling en tussen de Republikeinen en de Democraten nogal bemoeilijkt.
Het plafond zal ook deze keer uiteindelijk wel verhoogd worden, maar of dat weer om 2 voor 12 of juist om 5 over 12 is valt nog te bezien. In dat laatste geval kan het de groei van de Amerikaanse economie negatief in de wielen rijden en kan een mogelijke krimp wel dichterbij komen.